Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [35]Het zal des nachts of des daags niet uitgeblust worden, tot in der eeuwigheid zal [36]zijn rook opgaan; van geslacht tot geslacht zal het woest zijn, tot in eeuwigheid der eeuwigheden zal niemand daar doorgaan. 35. Te weten het brandende pek, of het brandende land, dat tot pek zal geworden zijn. Vergelijk hiermede Openb.18:9, en Openb.19:3. 36. Te weten der stad Bozra.